Luxwoude in de 2e Wereldoorlog
De eerste vijf dagen
In de vroege morgen van 10 mei 1940 vielen de Duitsers Nederland binnen. Durk Maat en z’n kameraad Sierd Minkes waren dienstplichtig militair. Zij waren ingekwartierd bij een boer in de buurt van Warns. Bij het uitbreken van de oorlog vochten zij op de kop van de Afsluitdijk bij Kornwerderzand tegen de binnenvallende Duitsers. Het lukte de Duitsers niet de Afsluitdijk in te nemen. De Nederlandse versterkingen aan het Kornwerderzand
waren onneembaar.
Na het bombardement op Rotterdam, dat vele slachtoffers eiste, dreigden de Duitsers ook de stad Utrecht te bombarderen. Om verder bloedvergieten te voorkomen capituleerden op 15 mei de Nederlandse strijdkrachten onder bevel van Generaal Winkelman. Dit was een grote slag voor de manschappen op de kop van de Afsluitdijk, omdat de Duitsers niet bij machte waren de ‘dodendam’ in te nemen. Toch hebben ook zij de wapens neergelegd. Maat en Minkes werden als krijgsgevangenen afgevoerd naar Leeuwarden. Na een paar dagen werden ze vrijgelaten en keerden ze terug naar Luxwoude.
De polders onder water?
Vóór de oorlog was het al bekend gemaakt. Wanneer de Duitsers kwamen, dan zouden de landerijen rondom Luxwoude, Tijnje, Langezwaag en Gersloot onder water komen te staan.
De Hegedyk deed z’n naam eer aan. Daar zou het water minder hoog komen. Maar de polders zouden wel onder water kunnen komen en die inwoners moesten dan geëvacueerd worden. De adressen waren door de gemeente bekend gemaakt. Men moest naar Jonkerslân, Koartsweagen of Gorredijk.
De één wachtte gelaten af. De ander verhuisde met paard en wagen z’n huisraad naar het evacuatieadres. Ook de zolder werd volgestouwd met spulletjes. Douwe J. Maat hing zelfs ‘it skouke oan in keatling heech yn de beam’. Boeren moesten hun complete veestapel verhuizen. Auke Crist, de enige autobezitter van Luxwoude, verzorgde het taxivervoer.
Maar toen kwam het bericht: de polders worden niet onder water gezet. Het was voorjaar en de waterstand was te laag. Veel werk voor niks, maar de opluchting was groot.
Onderduikers
Tijdens de oorlog werd in Luxwoude aan veel onderduikers onderdak geboden. Het percentage onderduikers was relatief hoog. De reden hiervan is niet helemaal duidelijk, maar een actieve verzetsbeweging heeft hier zeker aan bijgedragen.
Vaak waren de onderduikers jonge mannen die weigerden te werken in Duitsland. Dan restte hen maar één ding en dat was onderduiken. Maar ook vele Joden hebben tijdens die bange jaren in Luxwoude gewoond.
In de kern van Luxwoude woonden zelfs in drie huizen naast elkaar onderduikers. In de boerderij van Piet en Jeltsje Bouma (waar nu de familie Astro woont op de kruising Âlde Leane en Hegedyk) was een aantal jongemannen ondergedoken. In het huis links van hen woonden Hotze en Janne Klijnstra, waar Joden waren ondergedoken. Rechts woonden in een dubbele woning (waar nu de bungalow van Ybele Bakker staat) Lammert en Matte Hofstee, de zuster van Janne, met hun vier kinderen. Zij boden onderdak aan een Joods echtpaar met een kind. Tijdens de oorlog is een tweede kindje geboren in het ziekenhuis te Heerenveen. Een riskante onderneming. Dit meisje is genoemd naar Matte Hofstee.
De familie Bouma was in het bezit van een radio en ’s avonds, onder bescherming van de duisternis, kwam men bijeen om te luisteren naar de Engelse zender.
“Hier RADIO ORANJE, de stem van strijdend Nederland. Goedenavond luisteraars in Nederland, in Oost en West, op zee of waar ook ter wereld. Hier is het nieuws.” Deze zinnen werden uitgesproken na de herkenningsmelodie “In naam van Oranje doe open de poort”. Radio Oranje was een grote steun voor veel landgenoten in de donkere oorlogsjaren van 1940-1945.
De bevrijding
De bevrijding van Luxwoude ging niet van een leien dakje. Tot nu toe hadden de inwoners van Luxwoude weinig oorlogsgeweld meegemaakt. Maar het venijn zat toch in het staartje. Op de ochtend van 14 april 1945 trokken Canadese militairen via de Bonteboksleane over de Hegedyk naar Luxwoude. Waar nu de familie Bodzinga woont, Hegedyk 160, werden tanks in stelling gebracht.
Intussen trokken de Duitsers zich terug. Op hun terugtocht vorderden ze alles wat ze konden gebruiken. Paard en wagens, fietsen, huisraad, niets was meer veilig. De boeren werden nota bene gedwongen hun eigen paard en wagen te mennen voor de Duitsers.
Diezelfde dag wilde een groep van zo’n 20 Duitsers zich, eveneens via de Hegedyk, terugtrekken. Hierbij stuitten ze op de Canadezen. Een hevig vuurgevecht was het gevolg. Vele bewoners aan de Hegedyk zochten tijdens dit gevecht beschutting in de kelders. De Duitsers vluchtten naar de boerderij van de familie Van der Vlugt (waar nu Joop Petter woont op Hegedyk 131). Deze boerderij, vee en huisraad brandde volledig af. Eén Duitser werd gedood, de rest gevangen genomen.
Daags hiervoor waren ook al Duitse troepen door Luxwoude getrokken. Zij hadden op boerderijen in de omgeving overnacht. Voor de bewoners een beangstigende ervaring. Voor de Canadezen lastig te achterhalen waar de Duitsers zaten.De Canadezen aan de Hegedyk kwamen erachter dat in de Aldeweister Polder (de landerijen langs de weg naar de Deelen) Duitsers zaten. De kogels werden over Luxwoude geschoten. Ook in deze polder is een boerderij in de as gelegd. Eerst stonden de inwoners van Luxwoude verbaasd te luisteren naar de overkomende projectielen. Later zat men tijdens de gevechten urenlang in de kelders. Ook zocht men beschutting in de mangaten die in opdracht van de Duitsers langs de wegen waren gegraven. Deze ruimtes waren ongeveer 50 cm diep en 2 meter lang. Boeren en arbeiders werden destijds gedwongen deze gaten zelf te graven. Het leverde overigens wel gratis turf op. De Duitsers waren echter zo verspreid dat er geen tegenaanval kwam.
De bevrijding werd uitbundig gevierd. Er werden grote vreugdevuren aangelegd. Alle boeren leverden een pak stro. Er waren druk bezochte feestavonden. De mensen die tijdens de oorlog de Duitse zijde hadden gekozen, de NSB-ers en landwachters, werden afgevoerd naar een kamp in de Hemrik. Of ze werden vastgezet in Crackstate in Heerenveen. In het meest gunstige geval kregen ze huisarrest.
In vijf lange, bange en donkere jaren is er hard gevochten voor onze vrijheid. De vrijheid die we nu als vanzelfsprekend ervaren,hebben we echter niet zomaar cadeau gekregen.
Grada Homan